9 november 2013

Lost boys 2













(foto Joost Vandebrug)

In vervolg op mijn eerdere bericht van afgelopen week, hier het volledige verhaal over de 'Lost boys' van Joost Vandebrug, zoals dat zaterdag in de Leeuwarder Courant stond:

Voor zijn werk maakt oud-Franeker Joost Vandebrug foto's en films voor modemerken als Nike en Tommy Hilfiger of voor zangeres Wende Snijders. Maar zijn eerste boek gaat over zwerfjongeren in Boekarest.

Voor een van zijn projecten deed Joost Vandebrug - zoon van de Franeker fotograaf Joan van de Brug - begin 2011 onderzoek in de Roemeense hoofdstad Boekarest. Hij had gehoord dat hier nog steeds veel straatkinderen rondliepen. 'Toen ik hen voor het eerst ontmoette, raakte ik in paniek. Hoe kon dit?'

De eerste jongen met wie hij contact legde was Costel. 'Ik maakte een paar foto's van hem, die ik hem de volgende dag kon geven.' Nadat ze elkaar een paar keer hadden ontmoet, vertrouwde Costel Joost en nodigde hem uit naar de ondergrondse tunnels waar hij woont. Zonder gemeenschappelijke taal werd fotografie hun communicatiemiddel.

Costel maakt deel uit van een groep straatjongens die min of meer onder leiding staat van een volwassenen die zich Bruce Lee noemt. 'Een zwaar getatoeëerde man, die de baas leek te zijn over dit deel van het tunnelcomplex.' Bruce nam Joost min of meer onder zijn hoede, wat hem in staat stelde de 'Lost boys' - zoals hij ze noemt - te blijven volgen.

Op de foto's lijkt Bruce iemand die als levend standbeeld zijn brood verdient. 'Ik dacht ook dat dit zo was. Maar het zit anders. De jongens snuiven aurolac, een soort coating voor auto's waar je heel snel high van wordt. Als dat niet meer werkt, dan heb je alleen nog zilververf.' Bruce Lee spoot eerst zijn woonruimte en later zijn kleding en haar in met de verf. 'Tegenwoordig niet meer. Hij heeft de verf uit zijn haar geknipt.'

Costel bracht Joost in contact met zijn vrienden Nicu (toen 13), Stefan (10 en Liviu (14). Vier van de ongeveer duizend 'derde generatie' dakloze kinderen van na de val van het communisme in 1989. Die eerste keer mocht Joost de jongens wekenlang volgen. Bij hun botsingen met het gezag, in de weeshuizen en bij hun drugsgebruik. Wat hem vooral opviel was de sterke vriendschapsband in de groep. 'Die is soms bijna jaloersmakend, maar ik wil 't niet romantiseren.'

Samen (met veel honden) delen ze eten en drinken. Met Bruce als een soort vaderfiguur zijn ze soms ook gewoon in staat nog kind te zijn. 'Veel jongens komen uit de Roma-cultuur. Als zij verder trekken, schijnen ze soms hun kinderen achter te laten.' Sommige kinderen hebben nog een thuis, maar slaan op de vlucht voor huiselijk geweld en alcoholisme. Of ze wonen in een weeshuis, waar het ook niet leuk is. 'Bij kou zijn er opvangplekken, waar ze terecht kunnen. Eten kunnen ze soms in een kerk of een weeshuis. Maar ze voelen zich daar niet veilig en zijn liever samen.'

Sinds 2011 reisde Joost verschillende keren naar Boekarest. In juni van dit jaar trof hij Nicu ziek aan, hij was niet meer dan een schim van zichzelf. 'Het was haast onmogelijk, maar hij was de helft van zijn gewicht kwijtgeraakt.' Hoewel fotograaf en filmmaker - ' en geen hulpverlener' - voelde Joost zich verplicht met hem naar het ziekenhuis te gaan.

Daar bleek Nicu aids te hebben. 'Het was een wonder dat hij nog kon ademen, laat staan lopen.' Pas in het ziekenhuis ontdekte Joost dat Nicu al vijftien was. 'Een schokkende ontdekking, hij oogde niet ouder dan tien.'

Voor buitenstaanders is het moeilijk iemand in een ziekenhuis te bezoeken, maar dankzij een medewerker van Asociatia Homeless kon hij dagelijks op ziekenbezoek. 'Ik kon hem ervan overtuigen dat hij daar moest blijven, en ervoor zorgen dat hij de nodige medicijnen kreeg.'

Joost kreeg het bovendien voor elkaar dat Nicu zijn vrienden kon ontmoeten. 'Langzaam wandelden we naar buiten. Hoewel hij nauwelijks rechtop kon staan, liet hij meteen mijn hand los toen hij zijn vrienden zag en rende op hen af. Een van de meest ontroerende momenten waarvan ik ooit getuige mocht zijn', zo beschrijft Joost op crowd funding-website Kickstarter.

Vooral voor Nicu, maar ook omdat hij de groep de aandacht wil geven die ze verdient, brengt Joost een boek uit, samen met ontwerpers van DUST magazine. Via Kickstarter heeft hij de 10.000 pond (ruim €11.670) die daarvoor nodig is, ruim bij elkaar weten te krijgen. Het boek is onderdeel van het doorlopende 'Lost boys'-project, dat inmiddels zesduizend foto's en dertig uur film bevat.

Door zijn project heeft Joost het een en ander kunnen doen voor de jongens. 'Ik heb mensen ontmoet die een oogje in het zeil houden.' En Nicu gaat naar school. Zingend en dansend. 'Slechts anderhalf uur per dag, want meer houdt hij nog niet vol.' Costel en Liviu gaan via weeshuis Pinochio naar school. 'De jongste, Stefan, wil nu ook, vanwege zijn grote vriend Nicu.'

Naar school gaan kan alleen als de kinderen in het bezit zijn van identiteitspapieren, maar die hebben ze niet. 'Via weeshuizen krijgen ze eten en drinken, als ze in ruil daarvoor naar school gaan. Maar dan moeten ze daar hele dagen heen en dat kunnen ze niet opbrengen. Als het in hun eigen tempo gaat, willen ze wel.'

Voor Joost is het hiermee niet afgelopen. Vanuit Londen, waar hij sinds vijf jaar woont met zijn man, blijft hij regelmatig zijn Roemeense vrienden bezoeken. 'Ik ben geen documentairemaker, die nu een volgend verhaal gaat maken. Dit blijft wel even bij me.'

Geen opmerkingen:

Een reactie posten