30 december 2021

Panorama's


 






(foto Siebe Swart)

In Museum Panorama Mesdag hangen momenteel grote zwart-wit panorama's van Siebe Swart. Voor de Leeuwarder Courant schreef ik erover, in mijn fotorubriek. 

Panorama's in de stijl van Mesdag

Maak de eettafel maar helemaal leeg, voordat je het boek Time and tide wait for no man van Siebe Swart (Amsterdam, 1957) openslaat. Want dit is pas echt panoramafotografie. Het uitgestrekte landschap met zonsondergang bij Noordpolderzijl is de enige foto in kleur in het boek. Verder beperkt Swart zich tot zwart-wit. 

Echt wit zijn zijn foto’s overigens niet. Het boek (uitgegeven in eigen beheer) is gedrukt op heel lichtgrijs papier, waardoor witte elementen in zijn fotografische landschappen nooit te ‘hard’ zijn. Windmolens zijn zo geen indringers in het landschap, maar objecten in de verte. Vergelijkbaar met verweerde palen van oude golfbrekers of Wachters van Walcheren bij Westkapelle. Het grijs maakt het geheel tegelijk iets omfloerst en een tikkeltje somber. 

Swart leerde tijdens zijn opleiding aan de AKI in Enschede werken met een zogeheten technische of platencamera, beeldbewerken en afdrukken. Zijn eerste opdracht was het fotograferen van Amsterdam in panorama. Daarvoor maakte hij verschillende foto’s vanuit hetzelfde standpunt terwijl de zon opkwam. Het ene deel nog donker, een ander deel al verlicht. Die monteerde hij tot één geheel.

Tegenwoordig fotografeert Swart digitaal met een robotcamera die tientallen beelden maakt van een plek die hij kiest. Thuis smeedt hij die in zijn computer samen tot een enorm moederbestand, waaruit hij het beeld selecteert dat hij voor ogen had. 

Weidsheid en leegte, zonsopgang, storm of mist zijn de ideale omstandigheden voor de fotograaf, vindt Swart, die het liefst in de ochtend fotografeert, als het net licht wordt. Zijn beelden zijn over de volle breedte scherp, waardoor alle elementen zoals ribbels in het zand, vogels boven de kim, schuim op de golven en zeekraal in het slib te onderscheiden zijn. Ze variëren in grootte van twee pagina’s tot twee plus nog eens twee uitvouwers van anderhalve pagina.

Het is niet voor niets dat ze tot eind februari te zien zijn in Museum Panorama Mesdag in Scheveningen. Hendrik Willem Mesdag schilderde 140 jaar geleden het uitzicht op de zee en Scheveningen vanaf het Seinpostduin. Dat duin zou worden afgegraven om plaats te maken voor hotels en vakantievilla’s. Zijn werk kun je zien als een ‘politiek protest’. Ook Swarts foto’s dwingen tot nadenken over de natuur, de zee en ons handelen. Voor je ’t weet is dit weidse landschap verloren.

Internationale


 







Deze foto maakte ik voor de Leeuwarder Courant bij onderstaand artikel:

'Internationale' schalt door Tripgemaal

GERSLOOT ‘Ontwaakt verworpenen der aarde’, klonk het zaterdagmorgen luidkeels in het Tripgemaal. Frits Lambrechts leende zijn stem aan Domela Nieuwenhuis en zong mee met het koor De Reade Hoeke. 

Hij heeft vrijdagmiddag in de kleine studio van Adri de Boer de lezing ingesproken, die Domela Nieuwenhuis in 1889 in Café Zwart in Appelscha hield. Nu zit oud-acteur en-zanger Frits Lambrechts in het Tripgemaal te luisteren naar het koor De Reade Hoeke uit Heerenveen en omgeving. ,,Kom op, ferskopten dy’t wy binne’’, zingen de mannen en vrouwen in het Fries. De andere aanwezigen zijn muisstil, want er worden opnames gemaakt. 

Lambrechts kreeg twee jaar geleden al het verzoek van Jort Mercuur en Miriam van der Meer om zijn stem te lenen aan Domela Nieuwenhuis, in Friesland liefkozend Us Ferlosser genoemd. Hij kwam op voor de veenarbeiders, die in erbarmelijke omstandigheden werkten en leefden. 

In 2019 was het honderd jaar geleden dat Domela stierf. Mercuur en Van der Meer vonden dat de socialist in dat herdenkingsjaar te horen moest zijn in hun historische tentoonstelling over turfwinning en leefomstandigheden in de streek. Jorts vader Thom Mercuur wilde dat het Tripgemaal een gedenkplek voor de voormalig dominee zou zijn, en dan past zo’n soundscape daar helemaal bij. 

Door de bekende omstandigheden, kwam het niet eerder van de opnames, maar Lambrechts is dit weekeinde op dreef. Domela kwam oorspronkelijk uit Amsterdam. Hij was een rijzige man en kon zonder elektronische versterking een menigte toespreken. Er is natuurlijk in die tijd nooit een opname gemaakt. Dat er een lezing bewaard is gebleven, is te danken aan een ijverige stenograaf. ,,Terwijl mensen van heinde en ver kwamen om hem te horen spreken’’, aldus Van der Meer. 

,,Mensen waren dan muisstil, want ze wilden geen woord missen’’, meent Lambrechts. Dat hij werd gevraagd, is geen wonder. De Amsterdamse acteur heeft ondanks zijn 85 jaar nog een dijk van een stem. Bovendien zong hij in zijn jonge jaren menig strijdlied. 

Dat blijkt als Han Steenbruggen, directeur van Museum Belvédère, ook even komt luisteren. Hij heeft twee oude singletjes meegenomen. Eén waarop Lambrechts met Jules de Korte Waar blijft de tijd zingt, en een zogeheten Varagram met Samen staan we sterk en De zegeningen van het kapitaal. Steenbruggens ouders waren lid van de socialistische omroepvereniging. ,,Je kon zo’n plaatje zó bestellen’’, zegt hij. ,,Toen was de VARA nog links’’, constateren de mannen met de nodige weemoed.

Lambrechts was dit weekeinde te gast in Gersloot. Vrijdagavond heeft hij doorgebracht met Van der Meer en Mercuur, onder het genot van een goed glas rode wijn. Want ja, hij drinkt wel. In tegenstelling tot Domela, die behalve vegetariër ook de drank afzwoor met de woorden: ‘Drinkende arbeiders denken niet, denkende arbeiders drinken niet’, vertelt Martzen Dijkstra, dirigente van De Reade Hoeke. 

Het koor ontstond in de jaren tachtig, de tijd van de vredesbeweging. Destijds was het een echt strijdkoor, en reisde het naar festivals om soortgelijke ensembles te treffen. De Internationale staat uiteraard op het repertoire en wordt in het Tripgemaal ook gezongen. Als Lambrechts zich bij de groep aansluit, davert zijn nog altijd formidabele stem over die van de anderen heen. 

Het koor zingt tegenwoordig ook andere nummers. Zoals Tourdion, een Frans drinklied. ,,Mooi hè’’, zegt Lambrechts als hij weer op een bankje zit te luisteren, in afwachting van soep en brood. Maar laat Domela het niet horen...

10 juni 2021

'Voor de ander niks, voor mezelf is hier alles'

 

Deze foto maakte Caroline Penris van Klaas Pieterman uit Niekerk. Hij is een van de mensen die zij sprak voor haar project Komen en gaan. Van hem is het citaat: 'Voor een ander niks, voor mezelf is hier alles.'

Penris verhuisde zelf in 2016 voor de liefde van Groningen naar Eenrum. Het was haar twintigste verhuizing. In Eenrum kwam ze mensen tegen, die de tachtig waren gepasseerd, maar het dorp nog nooit hadden verlaten. Hoe kwam het dat zij nooit een reden hadden gehad om te verhuizen? Die vraag vormde het begin van Komen en gaan. Want hoe zat het met anderen in de gemeente Hogeland?

Penris portretteerde verschillende mensen. Van de Braziliaans-Nederlandse Anne die Rottum als toevluchtsoord ging zien tot Hans Kosmeier, de laatste bewoner van borg Verhildersum. Ze laat ze vertellen waarom ze zich al dan niet thuis voelen op de plek waar ze wonen. Wat zien ze in het land achter de dijk en waarom passen die ruimte en stilte soms als een cocon.

Voor de Leeuwarder Courant besteedde ik aandacht aan Komen en gaan in mijn maandelijkse fotorubriek. Wie interesse heeft in de verhalen, kan die nalezen op de eigen website van het project: www.komenengaan.online en kan daar ook het boek bestellen. Daarin komen Penris' foto's nog beter uit dan op de site.

De portretten zijn persoonlijk en aangevuld met beelden die het verhaal versterken. Je krijgt zo meteen een goed beeld van de omgeving waarover de geïnterviewden praten. De ruimte, de dijk, de wind in de bomen... En dan zijn daar bovendien de vogels, altijd al een mooi symbool voor komen en gaan. 

8 juni 2021

NL in het kwadraat


 










Dit is een foto van Martin Hierck, uit zijn boek NL2 (dat je leest als NL kwadraat). Ik schreef er het volgende artikel over in de Leeuwarder Courant:

Een rechte rij populieren langs een al even strak kanaal. Vierkante huizenblokken aan het water. Een man p een fiets met vier plastic tassen van dezelfde supermarkt. Een gele prullenbak op een verder grijze parkeerplaats, omzoomd met onbestemd groen. De foto's van Martin Hierck laten Nederland zien in z'n alledaagsheid. 'Dat wat niet als fotogeniek wordt beschouwd, daar iets fotogenieks van maken'. zo zegt hij zelf.

Hierck spiegelt zich aan William Eggleston (1939), de Amerikaanse fotograaf die eind jaren zestig als een van de eersten kleur gebruikte in zijn kunstfotografie. Kleur werd door zijn collega's destijds geassocieerd met commercie en toerisme, de expositie van zijn foto's in het Museum of Modern Art in 1976 was dan ook een doorbraak. Vanwege de verzadigde kleuren en vanwege zijn stijl. Eggleston fotografeerde zijn dagelijkse omgeving. Daar het best  van maken en deze vastleggen met fotografie, zonder oordeel en zonder zijn eigen smaak te laten meewegen. 'It was just there, and I was interested in it', zei hij. Zijn observerende stijl word daarom 'democratisch' genoemd.

Wat onderwerp betreft sluit Hierck aan bij Eggleston, maar in  kleur niet. Integendeel. De fotograaf uit Zeist wilde voor dit project geen felle, verzadigde kleuren en grote contrasten. 'Ik had als nel een plaatje in mijn hoofd van grijs, overbelicht en strak. 'Hij laat zijn camera in de tas als de lucht strakblauw is. 'voor mij geen blauwe luchten met witte wolken. Wel blauw, maar nevelblauw.'

Wat niet wil zeggen dat zijn foto's somber zijn. Eerder wat mistig en dromerig. 'Ik besloot al snel dat ik deze serie vierkant wilde doen. Om de foto's een polaroid-achtige uitstraling te geven.' Dat zachte kleurenpalet past daarbij.

Het idee voor NL2 - Een vierkante kijk op het gewoonste land van de wereld kreeg hij gek genoeg door veel te reizen. 'Elke keer als ik op Vliegveld Eindhoven of Schiphol landde en naar huis reed, zag ik diezelfde lijnen in het landschap. Dezelfde structuur... overal gelijk.' Afgelopen jaar reisde hij door eigen land. 'Ik ben op Schiermonnikoog geweest en naar Groningen, verschillende keren naar Noord-Holland, Rotterdam en Den Haag...'

Hierck wil met zijn foto's een verhaal vertellen. Dit visual storytelling doet hij sinds een jaar of tien, sinds hij een workshop storytelling volgde bij Guus Rijven in Den Haag. 'Daar hoorde ook een portfolio review bij. Je kunt een eigen stijl hebben, maar van een autoriteit als Rijven leer je anders te zien.' Voor die tijd was Hierck vooral natuurfotograaf.

Hij werkt bij Vogelbescherming Nederland en geeft daar onder meer cursussen natuurfotografie. Op zijn website staat een aantal series die hij sindsdien maakte. Blossom fails to bloom this season zijn foto's die hij op een roadtrip door het Westen van de Verenigde Staten maakte. Eggleston is hier zijn directe inspiratiebron. Garzweiler II gaat over het verdwijnen van kleine Duitse grensdorpen, die plaats moeten maken voor open mijnbouw. Iceland is een serie gemaakt op IJsland. En met Soviet Memories laat hij zien dat de Sovjet-Unie nog steeds aanwezig is in het hedendaagse Rusland.

Meer actuele verhalen heeft hij van zijn website gehaald. Pogingen om deze gepubliceerd te krijgen in landelijke kranten liepen op niets uit. 'Ze krijgen zoveel aangeboden, het is moeilijk daar tussen te komen', verzucht hij. De serie Nederlandse beelden liet hij aan fotograaf en programmamaker Ruben Terlou zien. 'Die moedigde me aan er iets mee te doen. 'Ze zijn anders dan andere boeken over Nederland. Dat moet je gaan proberen', vond hij.'

Voor NL2 probeerde Hierck daarom een uitgever te vinden. 'De meesten willen wel, maar dan moet je 10.000 euro meenemen.' Met crowdfunding lukte het hem niet de financiering rond te krijgen. Totdat hij bij communicatiebedrijf Rotterdam Veenman+ van Edwin Veekens terechtkwam, met de eigen uitgeverij Kyosei. 'Hier had men er het volste vertrouwen in' en de samenwerking resulteerde in een boek op stoeptegelformaat.

Het is door elke boekhandel te bestellen uit het Centraal Boekhuis. Wie het in handen heeft, kan gaan speuren of hij locatie van de foto's herkent. De vuurdoorn tegen een garage met kanteldeur, de oranje brievenbus op een verlaten straathoek en de uitvergrote puntzak friet naast een aftands schuurtje verraden niets. Er is eigenlijk maar één uitzondering op die generalist6ische beelden: die ene kruising met bewegwijzering naar Abrahams Mosterdmakerij...

Martin Hierck - NL2 - een vierkante kijk op het gewoonste land van de wereld, met essay van Jean-Paul Geelen, Uitgeverij: Kyosei, (132 pag, 34.95 euro), www.hierck.com, www.kyosei.nl 

6 mei 2021

Steeds vooraan bij Eurovisiesongfestival









(FOTO JASPER JUINEN)

Op 18, 20 en 22 mei staat Rotterdam in het teken van de halve finales en finale van het Eurovisiesongfestival 2021. Het is de vijfde keer dat Nederland het festival organiseert. De afgelopen 65 jaar stond de fotopers altijd vooraan en dat levert een mooi overzicht op in Eurovisiesongfestival 65 jaar zingen.

In het boek – uitgegeven door het beeldmagazine Hollandse Beelden – staan foto’s van alle Nederlandse deelnemers van de afgelopen 65 jaar. Van de eerste zangeressen Corry Brokken en Jetty Paerl tot verliezend half-finalisten als Hind, De Toppers, de 3JS en Glennis Grace. Bij elk van hen staat vermeld hoeveel punten ze kregen voor hun liedje, welke plaats ze wisten te halen en wat er met hen gebeurde na het songfestival. Het fotoboek heeft – toepasselijk – het formaat van een klassiek 45-toeren singletje.

Het biedt niet alleen een mooi overzicht van artiesten, maar ook van outfits en de aankleding van de podia. Je ziet het evenement groeien van ‘vocaal verantwoord onderonsje’ tot een ‘multimediaal amusementscircus’ dat wereldwijd bijna 200 miljoen kijkers aan de buis gekluisterd houdt.

Tot 1968 traden de Nederlandse artiesten nog keurig op in galajurk of pak naast een orkest. Maar na Ronnie Tober werd de invloed van de nieuwe tijd zichtbaar in de wijde mouwen van Lenny Kuhr, de minirokken van Hearts of Soul en de broekpakken van Saskia en Serge. ‘Hippies’ Mouth en MacNeal behaalden in 1974 de derde plaats met hun I see a star. Het jaar dat ABBA won met Waterloo. Evenmin in galakleding.

Voor het boek is gebruik gemaakt van foto’s uit allerlei bronnen. In de beginperiode zijn dat het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid, en persbureaus als Spaarnestad en ANP, en de archieven van individuele fotografen. In de beginjaren stond Inez van ’t  Hoff vooraan. En Harry Pot was de gelukkige die winnaar Teach-In mocht vereeuwigen in de Zweedse sneeuw. Persoonlijke anekdote: ik had als scholier pianoles van de man met de breedste baard, Ard Weeink.

Herman Pieterse bezocht jarenlang de nationale finales, internationale generale repetities en finales, en portretteerde maar liefst negen Nederlandse deelnemers: Maribelle, Frizzle Sizzle, Marcha, Justine Pelmelay, Humphrey Campbell, Ruth Jacott, Willeke Alberti, Maxine en Franklin Brown, en Mrs. Einstein. De laatste jaren duiken meer typische persbureaus van de showbusiness op zoals EPA en Kippa.

De redactie heeft gekozen voor een mooie mix van persfoto’s, beelden van de nationale finales en van het uiteindelijke festival. Ze heeft daarbij vooral gezocht naar Nederlands fotografietalent en dat gevonden in onder anderen het werk van Rick Nederstigt, Ilvy Njiokiktjien en Sander Koning.

Natuurlijk draait alles in de show om het ‘mooie plaatje’ en is er voor fotografen minder persoonlijke eer aan te behalen. Koning maakte wel een verrassende foto van Waylon op Praça Dom PedroI V in Lissabon, waar hij een straatoptreden geeft. En ook zijn foto van Douwe Bob met entourage na het behalen van de finale is een wat minder voor de hand liggend beeld. Maar de meest opvallende foto in dit boek is die van Marlayne na afloop van haar optreden in Jeruzalem in 1999, gemaakt door Jasper Juinen. Niks glamour, alleen een dromerige glimlach en vermoeide voeten.

Eurovisiesongfestival 65 jaar zingen is een uitgave van Hollandse Beelden. Redactie: Leo Blom en Roel Rozenburg. Prijs: 17,50 euro (132 blz., 68 foto’s). www.hollandsebeelden.nl

(dit artikel verscheen op 30 april in de Leeuwarder Courant)

27 april 2021

Ochtendstond

 








Anderhalve week geleden vierden we de verjaardag van Jan. Dat deden we in Eenrum. Het was nog vroeg toen ik zondagmorgen even de camper uit moest. Toen ik zag hoe mooi mistig het was, kon ik het niet laten even de telefoon te pakken voor een snelle foto. De blik over de Eenrumermaar richting Eenrum.

6 april 2021

Miltvuurbosjes









Veel lezers zullen ze nog kennen, die aparte groepjes bomen in een verder leeg landschap. Miltvuurbosjes, waar je als kind niet mocht spelen. Waar kadavers lagen begraven en een geheimzinnig aura omheen hing. Fotograaf Janne van Gilst van het Zeeuwse Noord-Beveland is gefascineerd door deze ‘onzichtbare tekens in het landschap’.

Het is zeker vijf jaar geleden dat ze een televisieprogramma zag over dergelijke landschapselementen. Hierin kwam Jacob van der Vaart van de Fryske Akademy aan het woord, sociaalgeograaf uit Broek. Nadat Van Gilst drie jaar had gewerkt aan een project over werkpaarden, wilde ze iets nieuws. Ze besloot onderzoek te doen naar miltvuurbosjes en begon deze te fotograferen. Analoog, dus op film.

Afgelopen zes weken deed Van Gilst tijdens een residency in Kunsthuis SYB verder onderzoek en sprak Van der Vaart. Rond Beetsterzwaag zelf zag ze eerst door de bomen de bosjes haast niet. Maar toen ze mensen op straat vroeg of die het fenomeen kenden, kwamen de verhalen los. Bovendien vond ze er zelf een aantal bij Gorredijk. ,,Toevallig bleek Opsterland een van de meest door miltvuur getroffen gebieden van Nederland te zijn.’’

Na een oproep in lokale media stond de telefoon roodgloeiend. Het onderwerp leefde, zoveel was duidelijk. Van Gilst nam een aantal interviews op en printte haar foto’s met cyanotypie. Deze techniek werd in 1842 ontdekt door John Herschel. Ammoniumijzercitraat en kaliumhexacyanoferraat veranderen onder fel licht in Pruisisch blauw. Anna Atkins bracht indertijd boeken uit waarin ze met deze methode varens en andere planten beschreef, zij wordt daarom wel gezien als eerste vrouwelijke fotograaf.

De negentiende-eeuwse techniek stamt uit een tijd dat boeren hun door ziekte (tyfus, longpest of miltvuur) getroffen vee nog met ongebluste kalk bedekten en op eigen land begroeven. Vaak groeven ze er een sloot omheen, zodat niemand erbij kon komen, en ze plantten bomen op zo’n massagraf als waarschuwing voor de besmettingshaard. De sporen van anthrax of miltvuur kunnen immers nog eeuwen goed blijven. De ontwikkeling van het enten maakte in 1855 een eind aan deze praktijk.

De kennis over miltvuurbosjes zal met de tijd verdwijnen. ,,Omdat de vergoeding voor schade bij miltvuur laag was, werd deze haast niet aangevraagd. Dus is er nauwelijks registratie over te vinden.’’ Ook de negatieven van Van Gilst hebben niet het eeuwig leven, en de blauwdrukken zullen onder invloed van licht langzaam vervagen. Zo sluit haar serie niet alleen aan bij Atkins fotografie van planten, maar geeft Van Gilst haar verhaal op passende wijze vorm. Als een langzaam vervagend mysterie.

(Dit artikel verscheen vrijdag 26 maart in cultuurbijlage Freed van de Leeuwarder Courant)

24 maart 2021

Nightflight



















Flight into the night heb ik deze foto genoemd. Ik stuurde hem vorig jaar in voor de Life Framer wedstrijd, waarop ik een abonnement had genomen. Ik vond dat ik mezelf moest uitdagen om nieuw werk te maken, en met mijn aanmelding had ik elke maand een thema waar ik foto's bij kon maken of zoeken uit mijn archief.

Toen ik me inschreef in januari 2020 was het thema night life. Vandaar deze foto. Maar ik maakte weinig kans, denk ik. Als ik het werk van de winnaars van de afgelopen keren bekijk, is alleen een mooie, losse foto niet genoeg. Het plan om daaraan te gaan werken, schoot er afgelopen jaar bij in. Maar nu ik de foto zo zie, denk ik dat die wel gaat passen bij mijn Starling Stories.
 

10 maart 2021

Beautiful birds


 

 

 

 

 

 

De afgelopen weken bleven de spreeuwen maar vliegen boven de Houtwiel bij Feanwâlden. Natuurlijk kan ik niet alle avonden die kant op om te zien of ze mooie figuren maken in de lucht, maar ik ben gegrepen door het virus. Als het werk en het weer het toelaten, probeer ik er te zijn. Op 7 maart werden we getrakteerd op een serie heel bijzondere formaties, zoals deze.

Als ik al mijn foto's zo op een rijtje zie, dan valt er een heel verhaal te vertellen over deze ongelooflijke samenkomsten. Daar ga ik me de komende tijd mee bezig houden, en ik zal jullie laten weten waar de resultaten te zien zijn. Kijk ondertussen ook eens op de websites van andere fotografen, die werk maken van dit onderwerp, zoals Johannes Bosgra, Laura Zwaneveld en Marcel van Kammen. Bovendien schreef Elisabeth Post een mooi artikel in de Leeuwarder Courant over de fascinatie voor het spreeuwenballet.


24 februari 2021

Protte protters









Het is al weken een dagelijks terugkerend ritueel: duizenden spreeuwen verzamelen zich voor de nacht in de Houtwiel bij Feanwâlden. Het zijn er echt onnoemlijk veel. De ene avond zitten ze vooral in bomen of op elektriciteitsmasten voor ze zich in het riet en de struiken laten vallen. De andere keer vliegen ze langere tijd boven het natuurgebied en maken ze prachtige figuren. Vooral als slechtvalken proberen een prooi te bemachtigen en de vogels uit elkaar drijven.

Er zijn fotografen die hier - net als de spreeuwen - haast dagelijks komen en inmiddels een enorm archief hebben opgebouwd. Johannes Bosgra won al verschillende prijzen met zijn serie 'Murmurations'. Laura Zwaneveld verkoopt werk waarin de spreeuw(en) een belangrijke rol spelen. En Marcel van Kammen zoekt nog altijd naar die ene witte spreeuw, die hij ooit wist te spotten tussen al die zwarte gevederde vriendjes.

Ik probeer af en toe ook de mooie bewegingen vast te leggen, maar niet met het idee dat ik er iets mee moet. Dat geeft wat meer rust, en het biedt ook de gelegenheid gewoon te kijken en te genieten. Want het is prachtig. Niet alleen om te zien, maar ook om te horen. De groepen die vlak boven je hoofd vliegen, soms rustig, soms met veel vaart. En dan dat pruttelende geluid...

In het Fries heet een spreeuw 'protter'. Dat lijkt een onomatopee, een klanknabootsing als naam. Maar het Friese woord voor 'veel' is 'in protte'. En dat past dan ook weer heel goed bij zo'n zwerm spreeuwen.






23 februari 2021

Raam(en)


 







Het gebeurt niet zo vaak dat ik zelf foto's maak bij mijn verhalen voor de Leeuwarder Courant. Maar dik een week geleden was het gewoon handig dat wel te doen. En ik vind de Broerekerk in Bolsward een mooie plek, dus dat trok ook.

Wat was het onderwerp?

Daniël Nauta uit Bolsward had van de Stichting Bolswards Historie opdracht gekregen een nieuw koorraam te ontwerpen. De kerk werd in 1980 door brand verwoest. De ruïne werd na zes jaar opengesteld voor publiek en kreeg in 2006 een glazen overkapping, ontworpen door architect Jelle de Jong. Zo ontstond een heel lichte ruimte, waar allerlei culturele activiteiten plaatsvinden, zoals exposities, voorstellingen en optredens. De daken van de kantoren en winkels naast de kerk waren echter nog te zien en dat stoorde.

Inspiratie?

Het invallend licht van boven stelde bepaalde eisen aan het ontwerp. De kerk zelf was voor Daniël Nauta de inspiratiebron. De vormen en het reliëf in de stenen, de kleuren van de wanden en vloeren. In het meer dan 8 meter hoge raam zit een opbouw van meer aardse tinten onderin tot een helder blauw in het topje. Een witte slingerende lijn symboliseert de geschiedenis van de kerk, die in de dertiende eeuw werd gebouwd door minnebroeders.

Foto

Bij het maken van de foto was al dat licht een handicap. Maar het werkte ook in mijn voordeel. Eerst probeerde ik Daniël te portretteren met het raam zo groot mogelijk op de achtergrond. Maar op een gegeven moment wierp hij een mooie schaduw op de linkerwand in het licht dat door een zijraam viel. Het nieuwe koorraam werd weerspiegeld in een linkerzijraam, dus dat leverde een gelaagd beeld op. Een spel met licht en schaduw en verschillende ramen. 'Prachtige foto', appte Daniël. 

Vervolg?

De officiële presentatie van het raam laat vanwege corona op zich wachten. Maar vandaag sprak ik kunstenaar Anne Feddema. Hij vertelde dat hij de foto uit de Leeuwarder Courant had geknipt. 'Ik moest er een tijdje naar kijken', zei hij. Foto's uitknippen doet hij vaker, bijvoorbeeld als daarop wandelende mensen zijn. Ze dienen ter inspiratie voor zijn schilderijen (vele daarvan zijn binnenkort bij melklokaal in Heerenveen te zien). Ik ben benieuwd wanneer ik iets van mijn werk herken in het zijne. 

22 februari 2021

Panorama



In deze blog lijkt de foto heel klein, maar als je 'm aanklikt zie je wat de bedoeling is. In een serie van vier foto's heb ik het atelier van Eja Siepman van den Berg in Beetsterzwaag gefotografeerd. Dat is inmiddels al bijna een jaar geleden.
 
Door corona voelde het eerst niet goed om mensen te vragen hun werkruimtes voor me open te stellen. Het kost wel even om uit te dokteren hoe je de foto's moet maken, om zo'n geschakeld panorama goed te krijgen. Daarna was de druk ook wat van de ketel, omdat allerlei bestaande exposities werden doorgeschoven en de opdrachtgever geen haast had met dit project.
 
Nu lijkt er toch weer schot in te komen. Dit voorjaar hoop ik nog vier ateliers te fotograferen van schrijvers en kunstenaars in Friesland.