27 april 2021

Ochtendstond

 








Anderhalve week geleden vierden we de verjaardag van Jan. Dat deden we in Eenrum. Het was nog vroeg toen ik zondagmorgen even de camper uit moest. Toen ik zag hoe mooi mistig het was, kon ik het niet laten even de telefoon te pakken voor een snelle foto. De blik over de Eenrumermaar richting Eenrum.

6 april 2021

Miltvuurbosjes









Veel lezers zullen ze nog kennen, die aparte groepjes bomen in een verder leeg landschap. Miltvuurbosjes, waar je als kind niet mocht spelen. Waar kadavers lagen begraven en een geheimzinnig aura omheen hing. Fotograaf Janne van Gilst van het Zeeuwse Noord-Beveland is gefascineerd door deze ‘onzichtbare tekens in het landschap’.

Het is zeker vijf jaar geleden dat ze een televisieprogramma zag over dergelijke landschapselementen. Hierin kwam Jacob van der Vaart van de Fryske Akademy aan het woord, sociaalgeograaf uit Broek. Nadat Van Gilst drie jaar had gewerkt aan een project over werkpaarden, wilde ze iets nieuws. Ze besloot onderzoek te doen naar miltvuurbosjes en begon deze te fotograferen. Analoog, dus op film.

Afgelopen zes weken deed Van Gilst tijdens een residency in Kunsthuis SYB verder onderzoek en sprak Van der Vaart. Rond Beetsterzwaag zelf zag ze eerst door de bomen de bosjes haast niet. Maar toen ze mensen op straat vroeg of die het fenomeen kenden, kwamen de verhalen los. Bovendien vond ze er zelf een aantal bij Gorredijk. ,,Toevallig bleek Opsterland een van de meest door miltvuur getroffen gebieden van Nederland te zijn.’’

Na een oproep in lokale media stond de telefoon roodgloeiend. Het onderwerp leefde, zoveel was duidelijk. Van Gilst nam een aantal interviews op en printte haar foto’s met cyanotypie. Deze techniek werd in 1842 ontdekt door John Herschel. Ammoniumijzercitraat en kaliumhexacyanoferraat veranderen onder fel licht in Pruisisch blauw. Anna Atkins bracht indertijd boeken uit waarin ze met deze methode varens en andere planten beschreef, zij wordt daarom wel gezien als eerste vrouwelijke fotograaf.

De negentiende-eeuwse techniek stamt uit een tijd dat boeren hun door ziekte (tyfus, longpest of miltvuur) getroffen vee nog met ongebluste kalk bedekten en op eigen land begroeven. Vaak groeven ze er een sloot omheen, zodat niemand erbij kon komen, en ze plantten bomen op zo’n massagraf als waarschuwing voor de besmettingshaard. De sporen van anthrax of miltvuur kunnen immers nog eeuwen goed blijven. De ontwikkeling van het enten maakte in 1855 een eind aan deze praktijk.

De kennis over miltvuurbosjes zal met de tijd verdwijnen. ,,Omdat de vergoeding voor schade bij miltvuur laag was, werd deze haast niet aangevraagd. Dus is er nauwelijks registratie over te vinden.’’ Ook de negatieven van Van Gilst hebben niet het eeuwig leven, en de blauwdrukken zullen onder invloed van licht langzaam vervagen. Zo sluit haar serie niet alleen aan bij Atkins fotografie van planten, maar geeft Van Gilst haar verhaal op passende wijze vorm. Als een langzaam vervagend mysterie.

(Dit artikel verscheen vrijdag 26 maart in cultuurbijlage Freed van de Leeuwarder Courant)