9 februari 2022

Zeldzame rassen

Maartje Roos - Lotje een Zeeuws-Fries melkschaap

Dit verhaal schreef ik voor de Leeuwarder Courant (4-2-2022):


Terug in de tijd met zeldzame rassen

In haar vrije werk mag fotograaf Maartje Roos graag teruggaan in de tijd. Bij het maken van het beeld Eartiids Earnewâld kwam ze op het spoor van zeldzame huisdierrassen. 

Veel mensen weten wel dat de orang-oetan en de ijsbeer op punt van uitsterven staan. Maar dichter bij huis dreigen ook bijzondere rassen te verdwijnen. Wat te denken van de Hyacintduif of het Groninger paard? Van de laatste zijn nog maar negen dekhengsten in leven. 

Fotograaf Maartje Roos kwam op het idee voor haar serie De laatste in hun soort bij het maken van de foto Eartiids Earnewâld: een beeld van het dorp zoals dat er honderd jaar geleden uit zal hebben gezien. Roos combineert altijd vele elementen tot één landschap en dat is ook dit keer het geval. Op de voorgrond onder meer een boer met twee Friese roodbonte koeien in een praam. 

,,As bern seach ik allinnich swartbûnte kij yn it lânskip’’, vertelt ze. Dat er meer rassen zijn, leerde ze later. Voor deze foto kwam ze in contact met de Stichting Behoud Roodbont Friese vee. Behalve voor het panorama Earnewâld, besloot ze een foto te maken van koe Janke 278 en zocht daarbij een passende stal. ,,Doe like it my moai dat dêr ek wat hinnen omrûnen…’’ Dat moesten natuurlijk Friese hoenen zijn, die er in allerlei kleurvarianten blijken te zijn. Op deze foto figureren twee exemplaren van het kleurslag roodkoekoek. Zo was een idee voor een nieuwe serie geboren. 

De Friese hoen (goudpel-haan) kwam op portret tegen de achtergrond van Friese tegeltjes. Het kevertje op de voorgrond is overigens een toevalstreffer. ,,Die rûn tafallich yn myn hûs. Dy is moai, tocht ik.’’

Roos verdiepte zich in de lijst van zeldzame huisdierrassen, en koos er een aantal dat de status bedreigd of zelfs kritiek draagt. Na de grupstal en de tegeltjes besloot ze dat ze hen wilde vastleggen in een passend decor: de omgeving waarin ze thuishoren met daarin een typerende boerderij. Ze dook in naslagwerken, nam contact op met allerlei rasverenigingen en bezocht bijvoorbeeld de hengstenkeuring van het Groninger paard. 

,,Yn de jierren tachtich is Baldewijn fan ’e slacht rêden. Om it ras te bewarjen, moat der in oar ras by ynfokt wurde. Sy binne der no mei oan ’e gong om wer in krachtich hynder werom te krijen mei foar folle spieren.’’ Ruin Gruno staat in een veld met bloeiend vlas, zoals dat vroeger veel op kleigrond werd verbouwd. ,,Foar it flaaks wie ik betiid op paad. Mar ik koe it fjild net fine... De blomkes wienen moarns noch net iepen, sa die bliken.’’ 

Op de achtergrond een typisch Groninger kop-halsromp-driekapboerderij. Toen ze eenmaal op gang kwam, stelde Roos zichzelf nog een eis. Ze wilde in haar serie ook de verschillende, passende seizoenen aan bod laten komen. Gruno staat in vlas dat bloeit rond juni, het blauwgrasland op de foto met de zwarte bij is rond dezelfde tijd in volle pracht. Haan Karel is een Kraaikop, die vooral voorkwam in Brabant en Gelderland. Hier koos de fotograaf voor de bloeiende fruitbomen van de Betuwe. ,,Ik woe beslist fan dy âlde stammen... en de blommen binnen einliks mar ien dei echt moai.’’ 

Al met al een heel geregel. Zo tufte ze helemaal voor niets naar Brabant voor een boerderij, omdat de eigenaar zijn woning niet op de foto wilde. Hij meende dat Roos alleen de bomen voor het pand nodig had. Om precies het uitzwermen van de zwarte bij te kunnen vastleggen, verbleef ze enkele dagen op Texel. En bij aankomst in Zeeland voor melkschaap Lotje bleek dat het Zeeuwse en Friese ras zo weinig verschillen hadden, dat tegenwoordig wordt gesproken van het Zeeuws-Friese melkschaap. De sneeuw viel overigens pas later... 

Met Brabant kwam het goed, de kortgevelboerderij Vagevuur in Aarle-Rixtel is beland op het portret van de Nederlandse landgeit Pier. Op deze foto ook perenbomen waaruit het blad al is gevallen, maar waaraan de vruchten gouden balletjes lijken. Dan zijn er nog Olivia de Bonte Bentheimer, die lekker naar eikels mag wroeten op het erf van een Twents loshoes. En Sjors het oranjegezinde Thrianta-konijn, tegen de met stro versierde gevel van een Drentse boerderij. ‘Als boeren geen geld meer hadden voor planken (...) dan gebruikten ze stro. De gekruiste strobindingen waren ook nog eens fraai, eenvoudig aan te brengen en zorgden voor goede ventilatie’, zo beschrijft Roos, die bij elke foto een korte toelichting schreef. 

Roos heeft alle door haar geportretteerde dieren samengebracht in het groepsportret Hommage. Daarmee brengt ze niet alleen een ode aan deze bijzondere rassen, maar ook aan de zeventiende-eeuwse schilder Roelant Savery. In een gestileerd bos staan bovendien twee extra gasten: het nog zeldzamer Hulstlander konijn Joris en de Saarlooswolfshond. Met de kop in de nek huilt hij als leider van de roedel, de laatste in zijn soort. 

Leeuwarden - Galerie De Roos van Tudor: Eewal 47-49, do en vr 13-17 u, za 11-17 u, 5 feb t/m 27 maart 2022, www.roosphotography.nl, www.roosvantudor.nl

3 januari 2022

Op vele fronten actief

 








Dit artikel van mij verscheen op 27 november in de Leeuwarder Courant. Ik maakte er bovenstaande foto van Christiaan bij.

Schilder Christiaan Kuitwaard op vele fronten actief

Christiaan Kuitwaard werkt zeer gedisciplineerd en op verschillende fronten. Maandag komt zijn 500ste White Box Painting online, en hij exposeert momenteel op Ameland en in Heerenveen.

Schilder en tekenaar Christiaan Kuitwaard uit Oldeberkoop heeft tekendwang en combineert die met een ijzeren discipline. Naast zijn hoofdwerk (olieverfschilderijen met landschappelijke structuren van strand, water, vogelvluchten of bosgrond) houdt hij enorm van schetsen en tekenen, en raakt daarbij nooit uitgekeken op bijvoorbeeld zijn eigen tuin of het strand van Vlieland. In Galerie Getekend in Heerenveen exposeert hij momenteel een overzicht van verschillende type tekeningen. 

Schetsboekjes tonen potloodtekeningen in klare lijnen van golven op het strand. Of de bloem uit de magnoliastruik, van het punt van openbreken tot het afsterven, in één lange leporello (uitvouwbaar boekje). Deze maakte hij met fineliner. ,,Sommige lijnen heb ik iets dikker aangezet, zodat ik de suggestie wek dat deze bloem dichterbij is. Anders heb je zoveel lijnen door elkaar’’, wijst hij op een tweede leporello met de levenscyclus van een amaryllis. 

De rastertekeningen op de expositie zijn iets ouder. Hierbij heeft Kuitwaard zijn papier opgedeeld in vakjes en deze ingevuld met rondjes, kruisjes, stipjes of streepjes, zodanig dat de impressie van een landschap ontstaat. De titel bomen versterkt dat idee. ,,In deze van 100 bij 100 heb ik dus 10.000 handelingen verricht’’, rekende hij uit. En dan telt hij niet mee dat hij sommige hokjes weer leeg gumde of aanvulde met een tweede vormpje of schaduw, om een mooier beeld te krijgen. 

Soms gebruikt hij een raster van puntjes of dunne lijnen over een ‘gewoon’ landschap. Zo wekt hij de suggestie dat de bezoeker van binnen naar buiten kijkt. ,,Ik vind het fijn om duidelijk te maken dat het niet de realiteit is.’’ 

Naast lineaire tekeningen toont hij bovendien tonale tekeningen, met zachte overgangen tussen de grijstinten. ,,Voor mij zijn die twee disciplines gescheiden, al probeer ik ze tegenwoordig ook met elkaar te combineren’’, zo valt te zien in de expositie. 

De expositie in Galerie Getekend is niet de enige voor Kuitwaard. Tot 1 december exposeert hij met fotograaf Johannes Bosgra uit Burgum tijdens Kunstmaand Ameland in Maritiem Centrum Abraham Fock. De twee kennen elkaar van het project Verhalen in het Landschap, waarin Kuitwaard Bosgra begeleidde. Ze hebben een klik. Ze delen de zorg voor de teloorgang van de natuur en houden van dezelfde muziek. 

In hun project Schakels bewerkt Kuitwaard foto’s van bomen en bos, die Bosgra heeft gemaakt. ,,Hij stuurt me er een aantal toe. Daar selecteer ik uit. Soms vraag ik hem of hij ze nog wat wil bewerken: lichter of donkerder maken bijvoorbeeld.’’ Bosgra print de foto’s op glanzend fotopapier. Kuitwaard: ,,Dat levert een mooi contrast op met de bewerking. En olieverf hecht erg goed op dat papier.’’ Hij toont daarbij geen respect voor de foto’s, bekent Kuitwaard. ,,Ik durf er alles mee te doen: schuren, krassen en beschilderen.’’ 

De werken die nu te zien zijn, hebben ze voorlopig Etudes genoemd. Het zijn voorstudies van wat uiteindelijk werken van 1 bij 1 meter moeten worden. Het tweetal wil componisten uitnodigen er muziek bij te maken. ,,Jacob ter Veldhuis bijvoorbeeld. Of Kate Moore, Nils Frahm... En het liefst Philip Glass, maar die is misschien wat te hoog gegrepen.’’ 

En dan zijn daar al sinds 2010 zijn White Box Paintings. Maandag publiceert hij online zijn vijfhonderdste stilleven uit deze serie. ,,Ik werk altijd vooruit.’’ Die van maandag is dus al zo’n anderhalve maand klaar. ,,Het paneel moet een tijdje de droogkast in en daarna scan ik ’m.’’ 

Tientallen, zo niet honderden voorwerpen heeft hij al wit geschilderd. En eenmaal wit gepositioneerd in dezelfde halfopen witte kist, zodat hij zich vooral kan toeleggen op de schaduwen van het voorwerp. Een glas of kopje, een stukje papier, takken of schedels, een fles schoonmaakmiddel of een dood vogeltje... 

Elke week maakt hij zo’n schilderij, altijd op hetzelfde formaat paneel. ,,In olieverf, nat in nat.’’ Twee boeken verschenen er inmiddels met de eerste delen van deze collectie. Museum More in Gorssel besteedde er twee jaar geleden uitgebreid aandacht aan. ,,Ook hier maak ik tekenstudies voor’’, zegt hij tussen neus en lippen door. 

Alsof dit allemaal nog niet genoeg is, begon hij onlangs met Jan Kleefstra aan Boswerk. Nadat ze samen een jaar lang elke vrijdagmiddag ergens in het veld samenkwamen om een aquarel (Kuitwaard) en notities (Kleefstra) te maken, resulterend in het boek Veldwerk, richten ze hun blik nu op de Friese bossen. Opnieuw gaan ze een jaar lang elke vrijdag op stap. Er is één verschil met vorige keer. Kuitwaard lacht: ,,Maar nu ’s ochtends.’’